Ondernemers moeten, over het algemeen, zelf hun pensioen regelen. Zodra je hebt besloten op welke leeftijd je met pensioen verwacht te gaan en hoeveel geld je dan ongeveer maandelijks nodig hebt, is de vraag: hoe zorg je ervoor dat je genoeg bij elkaar spaart voor je pensioen? In deze blog hebben we alle mogelijkheden voor je in een stappenplan gezet. Doorloop de stappen en kies wat bij jou past.
Stap 1. Algemene OuderdomsWet (AOW).
Iedereen die in Nederland woont of werkt bouwt automatisch jaarlijks 2% AOW op per jaar, ook als je ondernemer bent. Deze kun je dus alvast mooi in je zak steken. Wil je weten op welke leeftijd de AOW voor jou in gaat? Bekijk het hier.
Stap 2. Opgebouwde pensioenvoorzieningen.
Heb je in het verleden in loondienst gewerkt? Grote kans dat je dan al wat pensioen hebt opgebouwd. Hoeveel dat precies is, kun je zien als je met je DIGID inlogt op www.mijnpensioenoverzicht.nl.
Ben je recent ondernemer geworden? Er bestaan mogelijkheden om de pensioenregeling van je oude werkgever zelf voort te zetten, mits je dat binnen 9 maanden na je laatste officiële werkdag regelt. Er zijn niet veel ondernemers die hiervoor kiezen, omdat je al direct bij de opstart van je bedrijf de volledige pensioenpremie zelf moet betalen en bovendien is deze premie maximaal tien jaar na het einde van je dienstverband fiscaal aftrekbaar, daarna niet meer.
De eerste twee stappen heb je waarschijnlijk al binnen. De volgende stappen zijn mogelijkheden om zelf de rest van je pensioen bij elkaar te sparen. Ze zijn niet allemaal benodigd. Zie het als een keuzemenu, waarbij je kiest wat bij jou past.
Stap 3. Oudedagsreserve.
De oudedagsreserve is een voordelige manier van sparen voor je pensioen waar alleen ondernemers gebruik van kunnen maken. Waarom? Omdat je een deel (2019: 9,44% en maximaal € 8.999,-) van je fiscale winst mag reserveren om te gebruiken voor je pensioen. Het bedrag dat je reserveert, trek je af van de winst in je jaarlijkse aangifte. Je betaalt daardoor nu minder winstbelasting, maar hou er wel rekening mee dat je er in de toekomst alsnog belasting over moet betalen. Zie het dus niet zomaar als een fijne aftrekpost, maar zorg dat je het bedrag ook daadwerkelijk apart zet in de vorm van stap 4 of 5.
Let op: Premies die je aftrekt voor een lijfrente of bankspaarrekening moet je in aftrekken van het maximum van je oudedagsreserve. Hou er ook rekening mee dat het bedrag van de oudedagsreserve niet meer mag zijn dan je ondernemingsvermogen.
Stap 4. Banksparen/lijfrente.
Banksparen en lijfrente zijn financiële producten die je kunt afsluiten via een bank of een verzekeraar. In beide gevallen kun je kiezen voor een spaar- of een beleggingsvorm, afhankelijk van wat bij jou en je wensen voor de toekomst past. Je inleg komt op een geblokkeerde rekening, die pas vrijkomt op je AOW-gerechtigde leeftijd. Vaak kun je bij deze vormen van sparen je inleg fiscaal aftrekken tot een bepaalde hoogte. De twee grootste verschillen tussen lijfrente en banksparen zijn:
- Het risico op een lang leven. Ja, je leest het goed. Als je namelijk stokoud wordt, is er langere tijd geld benodigd. Bij banksparen, ontvang je bij je pensioen maandelijks geld tot het gespaarde bedrag op is. Bij lijfrente ligt het risico bij de verzekeraar, en ontvang je inkomen tot je laatste adem.
- Overlijden. En over die laatste adem gesproken, bij banksparen valt het tegoed op je bankspaarrekening onder de erfenis. Bij lijfrente komt je inleg na je overlijden ten goede van de verzekeraar. Tenzij je daar andere afspraken over hebt gemaakt.
Stap 5. Sparen en/of beleggen.
Wil je liever zelf een spaarbedrag opbouwen en de vrijheid behouden om het tussentijds op te kunnen nemen? Of wil je, naast je bankspaarproduct/lijfrente, aanvullend nog een potje voor later opbouwen? Spaar dan zelf op een spaarrekening, een deposito, of kies voor beleggen. Welke vorm(en) je het best kunt kiezen, hangt af van het gewenste risico en rendement.
Stap 6. Waarde opbouwen.
Bij stap 5 richtten we ons met name op beleggen in externe bronnen, maar grote kans dat je ook waarde opbouwt in je eigen bedrijf. Denk aan je bedrijfspand of de mogelijke verkoop van je bedrijf in de toekomst. Het bepalen van de toekomstige waarde van je bedrijf is lastig, dus zorg dat je ook een alternatieve buffer opbouwt. Liever een fikse financiële meevaller, dan droog brood op je oude dag.
Last but not least, twee stappen die je vandaag al kunt doen voor een goed pensioen.
Stap 7. Lasten verlagen.
Het is natuurlijk slim om te zorgen voor voldoende inkomen voor later, maar het helpt ook als je zorgt dat je lasten tegen die tijd zo laag mogelijk zijn. Denk bijvoorbeeld aan het aflossen van je hypotheek en/of schulden.
Stap 8. Zorg goed voor jezelf.
Het klinkt als een inkopper, maar goed voor jezelf zorgen is ook een essentieel onderdeel van een goed pensioen. Je kunt dan tenslotte langer je bedrijf leiden en vitaal oud worden scheelt ook de nodige kosten. Denk daarbij niet alleen aan het zorgen voor je lichaam en genoeg ontspanning, maar investeer ook in je ontwikkeling en je netwerk. Zo blijven jij en je bedrijf ook in de toekomst aantrekkelijk voor de markt.
Zo zie je maar, de keuze is reuze. Maar niet alles is ook passend bij jouw eigen specifieke situatie. Overleg daarom met jouw NOAB-adviseur wat jij het best kunt doen om jouw financiële doelen voor de toekomst te kunnen bereiken. Zoek een NOAB-kantoor bij jou in de buurt.